Het verhaal van Benjamin
Naarmate de week vorderde, werd ik steeds zenuwachtiger. Ik zat alleen maar aan vrijdagavond te denken, aan hoe ik dat nu kon vertellen.
Al heel lang wist ik van mezelf dat ik op jongens viel. Achteraf gesproken was één van de eerste signalen in groep 8. Ik was op kamp met een soort scouting-vereniging, natuurlijk gingen de jongens netjes gescheiden van de meisjes op kamp. ’s Avonds was er in de tent een voorstel van één van de jongens, ze gingen een ‘naakt-show’ houden. Oef, wat vond ik dat spannend, wat heb ik daarvan genoten. Maar ik wilde het niet weten, ik wilde het wegstoppen.
Op de middelbare school werd er tijdens de biologie- en verzorgingsles wel aandacht besteed aan homosexualiteit, maar erg diep werd er niet op in gegaan. Iedere keer als het onderwerp bovenkwam voelde ik mezelf door de grond zakken. Ik werd helemaal rood, en dacht dat iedereen naar mij keek. Ik voelde dat alle aandacht op mij gevestigd was…want ik was toch anders dan iedereen? Heel lang heb ik geprobeerd het gevoel te onderdrukken, proberen te fantaseren over een meisje, proberen verliefd te worden op een meisje. Op een gegeven moment had ik wel door dat zoiets niet ging lukken. Op dat moment besloot ik maar eeuwig vrijgezel te blijven. Alles was toch beter dan vertellen over je geaardheid? Als ik erover zou vertellen zou iedereen me toch als een baksteen laten vallen?
Helaas was het internet nog vrij onbekend. Ik had dus helemaal niemand om er over te praten. Overdag op school was ik altijd die vrolijke jongen, die altijd zoveel kletste, die altijd zo gezellig was, die altijd kwam fietsen naar school. Waarom? Ik bouwde een muurtje om me heen. Vrolijk op school loste het probleem op, tijdens de lange fietstocht naar huis kon ik me dan verdrietig/boos/ongelukkig voelen. Als ik dan thuis was kon ik mijn maskertje weer opzetten. Pas na mijn eindexamen, in 1999, toen ik ging studeren, begon ik mezelf wat meer in homosexualiteit te verdiepen. Op de universiteit ontdekte ik het internet. Er was daar ook nog niet zo heel veel ‘gewoons’ over homosexualiteit te vinden, er waren vooral homo-dating-sites.
Zo rond de zomervakantie van 2000 ben ik op kamers gegaan in Pijnacker. Misschien was één van de redenen om op kamers te gaan onbewust wel dat ik wat meer mogelijkheden wilde om met mezelf bezig te zijn. Dat gebeurde ook. Ik kreeg steeds intensievere mailcontacten. Tot mijn schaamte moet ik wel bekennen dat het in het begin echt vooral over sex ging. Ik was er nog steeds van overtuigd dat ik het maar geheim moest houden voor de rest van de wereld, en dat ik dan maar ‘af en toe’ sex moest hebben met iemand. Zo raar…ik was en ben namelijk helemaal niet de persoon voor een sexdate. Op een gegeven moment had ik iemand leren kennen van een homo-datingsite. Hij was een persoon met een beetje getinte huid zei hij, en ik vond en vind dat altijd erg knap. Veel over sex gepraat, en uiteindelijk afgesproken om elkaar te ontmoeten. Niet voor sex, maar gewoon om te kletsen.
Die ontmoeting is op een groot fiasco uitgelopen. Ik vond het vreselijk. Ik moest me constant verbergen als er iemand langskwam die hij kende. En de gesprekken gingen op fluistertoon. Dit alles omdat hij zo bang was dat iemand hem zou zien. Uiteindelijk heb ik dus niet fijn kunnen praten. Na die avond voelde ik me alleen nog maar erger. Mijn idee was bevestigd. Als homo moest je undercover leven om een normaal bestaan te kunnen hebben. Ondertussen had ik ook contact met een andere jongen, Sander, uit Friesland. In het begin ging het mailcontact ook bijna altijd over sex. Op een gegeven moment hadden we zelfs bijna iets afgesproken bij mij thuis. Op het allerlaatste moment heb ik dat zelf gecancelled. Ik realiseerde me gewoon dat ik niet het type ben voor zoiets. Ik zou het niet kunnen. Gelukkig vond hij dat niet erg. Daarna gingen de gesprekken over hele normale dingen. Meer over mijzelf enzo, dat was veel fijner.
Op een geven moment ontdekte ik cu2, daar heb ik voor het eerst iemand leren kennen die net als ik ook in Pijnacker woonde. Al heel snel hebben we telefoonnummers uitgewisseld. De eerste keer dat ik met hem belde hebben we heel lang aan de telefoon gezeten. Het was voor mij zo’n opluchting om er eens met iemand in het echt over te kunnen praten. Het contact werd steeds beter, en op een gegeven moment besloten we om elkaar eens te ontmoeten. Ergens in Delft. Dat was makkelijk. Op de avond dat ik hem ontmoette, heb ik de hele avond met hem gepraat over mezelf, en gevraagd hoe hij met alles was omgegaan.
Het gesprek had zo’n positieve invloed op mij, dat ik besloten had om het aan mijn ouders te gaan vertellen zodra ik weer thuis kwam. Dat zou zijn op vrijdagavond, dus ik had nog eventjes om alles een beetje voor te bereiden. Naarmate de week vorderde, werd ik steeds zenuwachtiger. Het leek wel of niets me meer ging lukken. Ik zat alleen maar aan vrijdagavond te denken, aan hoe ik dat nu kon vertellen.
Eindelijk was het dan zover! Vrijdagavond! Ik kwam thuis! En wat denk je? Moeder was uit eten…normaal is ze dan altijd nog voor 12 uur terug. Dus ik bleef lekker beneden zitten, en wachten totdat ze terug kwam. Ik had namelijk geen zin het verhaal 2 keer te vertellen. Maar om 12 uur was er nog steeds geen moeder thuis. Toen besloot ik het verhaal maar zaterdagochtend aan het ontbijt te vertellen, vlak voordat ik naar mijn werk ging. Dus ik kom zaterdag beneden. Iedereen zit al aan tafel. En eigenlijk op het moment dat ik mijn mond wil opendoen, hoor ik dat er op de radio een programma is over homo’s. Het gaat erover dat homo’s vaker depressief zijn en meer zelfmoord plegen dan hetero’s. Is dat dan echt een lekker moment om het te vertellen aan je ouders als je ziet dat ze aandachtig luisteren? Nee, niet echt. Ongeveer 5 minuten voordat ik weg moest naar mijn werk was het programma afgelopen. Ik was helemaal op van de zenuwen, en ik móest het gewoon vertellen. Het begin kan ik me nog goed herinneren “Pap, mam, ik moet jullie wat vertellen”, ik ging steeds zachter praten “ik denk dat ik niet op een meisje verliefd kan worden zoals de meeste jongens, maar wel op jongen”. Het woord homo vond en vind ik vreselijk, dus dat heb ik niet gebruikt. Gelukkig was de reactie van mijn vader en moeder heel positief. Ze zei zoiets van “jeetje, je liet me schrikken, ik dacht dat je iets heel ergs ging vertellen, maar dit is toch helemaal niet erg?”.
Dat was eigenlijk ook het enige wat ik aan reactie heb gehad toen. Meteen daarna moest ik weg, en de rest van het weekend was ik er ook niet echt. Het zat me niet lekker. Gedurende de hele week maalde het door mijn hoofd. Ik bedacht me allerlei dingen, dat mijn ouders de hele week over mij zouden praten enzo. Gelukkig zijn mijn vader en moeder toen ik vrijdag thuis kwam uit zichzelf een gesprek met mij begonnen. We hebben er toen heel lang en heel fijn over gepraat. Eindelijk kon ik eens duidelijk zijn over mijn gevoelens. Maar wat mij nou nog het meest verbaasde, was dat ze nooit ook maar iets vermoed hebben. Ik was 20, ik had het nooit over meisjes en was nog nooit met een vriendin thuis gekomen. Toch vonden ze dat niet vreemd.
Achteraf gezien is het ook wel raar dat ik me zorgen maakte. De beste vrienden van mijn ouders zijn 2 vrouwen, die al zo lang als ik ze ken samen wonen, en vorig jaar zelfs getrouwd zijn. Maar onbewust maak je jezelf er toch zorgen over. Kort nadat ik het verteld had aan mijn ouders heb ik ook voor het eerst een vriendje gehad. Na 2 maanden is dat weer uit gegaan. Hij maakte het uit, omdat hij het gevoel had dat hij zich niet kon binden. Ik ben daar heel erg kapot van geweest. Heb er om gehuild, weken mezelf rot gevoeld, de tentamens op school verpest en zelfs de mooie vakantie naar Amerika was er wat minder door. Nu ik zo terugkijk was ik vooral verliefd op het verliefd-zijn. Ik was verliefd op de aandacht die ik kreeg, niet echt op die persoon. We waren zo totaal anders. Hij was een echt uitgaansbeest, ik meer iemand die ervan houdt om lekker thuis op de bank te zitten.
Nu heb ik sinds oktober 2002 een heel lief vriendje. Ik ben werkelijk helemaal gek op hem. Sinds februari weten zijn ouders ook van mijn bestaan, en dus sinds februari is hij ‘out’ bij zijn ouders. Hij is wel een stuk jonger dan ik ben (hij 15, ik 22), dat schept af en toe wat problemen. Maar ik weet zeker dat we er uit komen, over een tijdje moet het allemaal veel makkelijker gaan! Mijn liefde voor hem is niet kapot te krijgen!