Het verhaal van Bram
Belachelijk eigenlijk, hoe veel moeite het mij kost hier
überhaupt aan te beginnen. Ook nooit een dagboek bij gehouden
en altijd een beetje gelachen om mensen die vertelden hoe goed
het
is om dingen van je af te schrijven. Maar na het lezen van de
verhalen toch maar besloten alles van mij af te schrijven en
maar te kijken waar het schip strandt. Maar stranden moet het,
daar ben ik ondertussen wel van overtuigd. Ik ben bang dat dit
een lange gedachtestroom wordt maar so be it. Ik zal wel zien
hoe het allemaal afloopt. Waarschijnlijk is het het handigst
om maar gewoon bij het begin te beginnen.
Waarschijnlijk heb ik me altijd met het idee staande gehouden
dat ik op de basisschool gewoon verliefd werd op meisjes en
meisjes ook op mij. Dat was de voor mij toen de normaalste
zaak van de wereld. Ik heb er toen in mijn herinnering nooit
over nagedacht dat ik ook op jongens zou kunnen vallen. Die
meisjes staan me nog heel helder voor de geest en ik kan ook
nog het enorme opgewonden gevoel terug halen als de liefde
werd beantwoord. Veel verder dan bij elkaar spelen ging dat
niet. In mijn herinnering ook nooit zoenen. Als ik nu goed
terug denk keek ik ook wel naar jongens, maar zocht ik daar
verder niks achter.
Op de middelbare school moet dat veranderd zijn. Om een voor
mij toen onduidelijke reden wees ik meisjes die overduidelijk
verkering wilde, af. Wat veel verontrustender was: ik merkte
dat ik naar de andere jongens in de kleedkamer bij gym of
hockey en basketbal; ik schaamde me kapot toen iemand daar een
opmerking over maakte. Het zal toch gvd niet waar zijn. Hoe
kan dat nou. Dat zal toch wel weer erg toevallig zijn dat
uitgerekend ik zo zou zijn. Ik ben niet echt verliefd geweest
op een jongen, tenminste niet dat ik me kan herinneren. Ik
probeerde wel krampachtig bij een bepaalde groep te horen en
had daar ook wel goede vrienden. Misschien dat ik op een van
hen wel verliefd ben geweest. Op het einde van het atheneum
had het gevoel zich wel in die mate opgedrongen dat ik het wel
dagelijks wist. Ik heb het toen alleen heel erg diep
weggestopt en besloten dat ik niet zo was. Het idee om nooit
kinderen te krijgen en niet een normaal leven te leiden
beangstigde mij enorm. Dat nooit! Bovendien waren de
voorbeelden op televisie dermate afstotend dat er geen enkele
reden was om hiervoor ooit uit te komen. Bovendien was in het
dorp in zeeuws vlaanderen waar ik opgroeide iedereen wel zo
intens hetero, dat ieder uiting van homoseksualiteit bijna de
brandstapel betekende. Misschien een beetje overdreven, maar
goed. In die tijd heb ik ook wel een paar vriendinnetjes
gehad. Dat ging echter nooit verder dan een beetje zoenen. Die
verkeringen duurde nooit lang. Achteraf heb ik het nooit echt
geprobeerd en was ik blij dat ik er vanaf was. In die tijd
moet ik maar een beetje geleefd hebben. Ik wist niet wat ik
wilde, had maar enkele (wel goede) vrienden. Voor iemand die
niet weet wat hij wil deed ik het stomste wat je maar kan
doen: rechten gaan studeren in Leiden.
Daar werd ik voor de eerste keer echt crisis knallend verliefd
op een jongen. Een huisgenoot ook nog. Ik heb er geen seconde
over nagedacht om hem dit te vertellen. Ongelooflijk om zo
bang te zijn om afgewezen te worden. Ik weet wel dat ik hem de
mooiste jongen op aarde vond en vurig hoopte dat de gevoelens
wederzijds zouden zijn. Over mijn lijk dat ik het zou
vertellen, het zou dus van hem moeten komen. Je probeert dan
alles wat hij zegt of doet te interpreteren. Stapelgek wordt
je ervan. Totdat het onvermijdelijke gebeurde en hij een
vriendinnetje kreeg. Mijn hele wereld stortte in en ik heb als
een klein kind liggen grienen. Ik nam mij toen voor om mij dit
nooit meer te laten overkomen. Ik gaf hem en mijn
homoseksualiteit de schuld van alle ellende. Sterker nog: ik
gaf alles en iedereen de schuld van alle ellende. Ik besloot
toen meteen maar om van stad en studie te veranderen. Dat moet
ik mezelf toch nageven: in het wegrennen voor problemen ben ik
echt heel erg goed.
Ik ben toen in Amsterdam geneeskunde gaan studeren. En een
zeer goede manier om maar niet aan gevoel te denken is zo hard
te gaan studeren en werken en uitgaan dat je niet eens meer
tijd hebt om er bij stil te staan. Toch gebeurde het
onvermijdelijke en werd ik weer ontzettend verliefd op een
jongen. Dit maal geen huisgenoot maar een studiegenoot.. Niet
normaal meer, wat was ik gek van die jongen. Alles vond ik aan
hem mooi. En wilde alleen bij hem zijn. Weer elk woord, elk
gebaar ins blaue hinein interpretieren. Ik heb toen in een
kroegje na een dag samen hard studeren verteld dat ik hem erg
graag zag. Hij schrok niet eens zo, maar vertelde wel dat we
wel goede vrienden waren, maar toch wat hem betreft niet op
die manier. Weer een hele avond janken en je weken lang enorm
kut voelen. Ik nam me toen weer voor: dit gebeurt mij geen
derde keer. Je stopt met die jongens flauwekul en je gaat het
gewoon weer met een meisje proberen. Beginnen is een ding, het
doorzetten een tweede. Lukte gewoon niet. Het zei me helemaal
niks. Dat kostte zo onwijs veel energie. De ellende als zij
wel verliefd is en merkt dat het niet wederzijds is, wat je
ook zegt.
De manier is dan om nog harder te gaan werken en je ergens
helemaal in te verliezen. Ik ben toen gaan wedstrijdroeien.
Voor degene die dat helemaal niks zegt. Dat is 7 keer per week
je helemaal naar de gal trainen en zo moe worden dat alleen
slapen en eten nog wat zeggen. Ik heb daar ontzettend veel
goede vrienden overgehouden. Het is echter wel een
mannetjes-wereldje waar keihard feesten en veel vrouwen scoren
erg belangrijk is. Ik ben toen op die feesten wel tegen leuke
vrouwen aangelopen en heb het met m’n stomme harses weer
geprobeerd daar wat mee te beginnen. Maar je houdt dat niet
vol. Ik ben dan altijd diegene die uit puur lijfsbehoud de
relatie asap afkapt. Je hebt wel je naam weer eventjes gered.
Ik werd uiteraard wel weer echt verliefd, niet op een huis of
studiegenoot, maar op een ploeggenoot godbetert. En maar weer
stilletjes hopen dat het vanzelf wat wordt. Natuurlijk niet.
Een klein verhaal wil ik je toch niet onthouden. Op een feest
zat een jongen een beetje treurig voor zich uit te kijken. Ik
kende hem wel, maar niet erg goed. Hij vertelde dat hij er van
baalde dat een vriendschap met een ploegmaat van hem zo
oppervlakkig bleef en dat hij over van alles met die jongen
wilde praten. Ik wist niet wat ik hoorde, ik herkende meteen
alles in zijn verhaal. Ik ben met naar huis gegaan om nog even
een biertje te drinken. Daar kwam er toch wel uit dat hij homo
was. Ik hield ondertussen wel mooi mijn smoel over mijzelf.
Ongelofelijk, zo bang om mijn ware gezicht te laten zien. En
ik maar de begrijpende harrie uithangen en ik was zo’n
hetero. Later heeft hij me nog wel een paar keer gebeld om uit
te gaan; nooit op in gegaan. Ik kan me wel voor m’n kop
slaan.
Daarmee zijn we waar ik nu ben. 26 jaar en op een T-splitsing.
Ik heb het een goede vriendin verteld. Voor haar vielen wel
veel puzzelstukjes op zijn plek. Mijn ouders moeten wel een
idee hebben, dat kan niet anders; ze zijn er echter nooit over
begonnen. Ben nog steeds ontzettend hard aan het werk en doe
veel dingen daar naast. Nog steeds doe ik ontzettend mijn best
om er maar niet over na te denken. En ben ik veel te benauwd
om het roer om te gooien. Maar ik moet, dat moet gewoon en het
moet eigenlijk nu. Ik heb dit verhaal nu in een keer
neergeschreven en het staat er precies zoals het er moet staan
en dat lucht al een heel eind op.
Mocht je willen reageren: graag.
Jamaartochmaarniet@hotmail.com
Ik zal proberen jullie op de hoogte te houden,
Bram