Het verhaal van John
Het verhaal van mijn coming-out is iets minder positief dan
dat van vele anderen. Maar juist daarom denk ik dat het goed
is om ook deze kant van het verhaal te laten zien. Vandaar dat
ik besloten heb om ook een bijdrage te leveren aan Ron’s
coming-out zone.
Mijn gevoelens zijn al heel oud. Al toen ik een jaar of tien
was, begreep ik dat ik veel liever met jongens omging dan met
meisjes. Natuurlijk bestond dat ‘omgaan’ voor het
grootste gedeelte uit de bekende spelletjes op straat
(voetballen, soldaatje spelen, hutten bouwen etc.), maar ik
voelde ook meer en meer de drang om die jongens aan te raken,
hun lichaam te zien en te voelen. Dat zoiets homoseksualiteit
heet, wist ik toen nog helemaal niet. En ik dacht er ook niet
echt over na.
Voor het eerst werd het echt duidelijk toen bleek dat ik ook
echt opgewonden kon worden van jongens. Zo herinner ik me nog
dat ik in de zesde klas van de lagere school erg opgewonden
werd van een jongen uit Curaçao die bij mij in de klas zat.
Maar goed… gevoelens kun je verdringen. En dat deed ik
ook tijdens mijn schooltijd op het VWO. In de laatste jaren
van de middelbare school heb ik zelfs nog drie keer een
vriendinnetje gehad. Waarom? Omdat dat eigenlijk de normale
gang van zaken was. Maar ik voelde wel dat dat niet was wat ik
wilde.
Op de universiteit heb ik ook nog ruim vier jaar volgehouden
dat ik niet homoseksueel was. Zoals bij iedereen kwam er
echter een moment dat ik dat niet meer staande kon houden.
Tijdens een studiereis in januari 1996 merkte ik voor het
eerst dat ik me zo aangetrokken voelde tot een reisgenoot dat
ik mijn handen niet meer kon bedwingen. Gelukkig reageerde hij
(hij was toch hetero, al dacht ik van niet) erg rustig en nam
hij me niets kwalijk. Vanaf dat moment wist ik dat ik er iets
aan moest gaan doen. En via het internet kwam ik in april van
dat jaar bij het gaycafe van dds terecht. Daar sprak ik met
andere jongens en langzaam maar zeker werd ik me bewust van
het feit dat ik niet de enige was.
Na ruim acht maanden besloot ik dat twee vrienden van mij
moesten weten wat er aan de hand was. Ik voelde me allang niet
meer op mijn gemak bij hen en dat kwam voornamelijk doordat ik
mijn gevoelens moest verbergen. Terwijl ik hen toch bijna
iedere dag zag en regelmatig met hen uitging. Op een van onze
stapavonden in oktober 1996 heb ik het hen verteld: eentje in
een café (en die reageerde erg positief) en de ander bij hem
thuis (van hem kreeg ik geen reactie, maar de reden daarvoor
werd later wel duidelijk: hij was zelf ook homo en durfde dat
toen nog niet te zeggen). Gesterkt door deze reacties vertelde
ik het een maand later aan mijn beste vriendin. Ook zij
reageerde erg positief. Toch vond ik het toen wel genoeg.
Anderen hoefden het nog niet te weten, vooral omdat mijn
ouders nog niets wisten.
Op dinsdag 18 februari 1997 hoorde ik van een van die jongens
aan wie ik het verteld had, dat hij dus ook homo was en dat
hij het thuis verteld had en dat het daar redelijk goed
gevallen was na wat gesprekken. Onmiddellijk dacht ik: als hij
het kan, kan ik het ook. Met zijn verhaal als begin voor een
gesprek met mijn moeder vertelde ik haar dat ik dus ook homo
was. Haar wereld stortte in. Huilend maakte ze het eten klaar
en verder zei ze niets meer. Alleen nog dat ik het zelf aan
mijn vader moest vertellen. Toen die thuis kwam merkte hij
meteen dat er iets niet goed zat. Nadat ook hij gegeten had en
bij zijn vogels zat, vertelde ik hem mijn geheim. Het enige
dat hij kon zeggen was: “Ik heb het voor kennis
aangenomen.”
Nou ja, wat moest ik daar nu mee? Ik besloot dat ik ze maar
even alleen moest laten, belde mijn vriendin op en zei dat ik
naar haar zou komen. Toen mijn moeder zag dat ik weg wilde
gaan, hield ze me tegen, riep mijn vader en zei dat we er
samen over moesten praten.
Tijdens dat gesprek viel ik van de ene verbazing in de andere.
Hoewel mijn ouders altijd erg tolerant waren geweest en ook
erg modern in hun opvattingen, bleken ze nu ineens helemaal
naar de andere kant door te slaan. In een hevige, en erg
emotionele, woordenstrijd kreeg ik allerlei verwijten naar
mijn hoofd geslingerd. Ik wist niet wat ik hen aandeed,
niemand zou nog met ons te maken willen hebben, ik zou geen
werk kunnen vinden, ik was waarschijnlijk ziek, had me laten
ompraten door anderen en nog veel meer. Deze ‘staat van
oorlog’, zoals ik het zelf maar noem, duurde tot
vrijdag. Mijn gesprek met de huisarts op die dag leverde niet
veel op. Het enige dat hij me kon adviseren was mijn ouders
tijd te gunnen om aan het idee te wennen. ’s Avonds is
de strijdbijl begraven, keerde de rust enigszins terug in
huis. En vanaf dat moment werd er niet meer over gesproken.
In februari 1998 was het een jaar geleden en dat had mijn moeder kennelijk ook begrepen. Ze begon er zelf over, maar ik merkte al heel snel dat ze in een jaar tijd niets geleerd had. Er was nog steeds geen enkel spoortje van begrip voor mijn gevoelens. Kort daarna kreeg ik de gelegenheid om op mezelf te gaan wonen. Die kans heb ik meteen aangegrepen. Niet alleen omdat ik bij mijn ouders weg wilde, omdat zij mij niet de ruimte lieten mezelf te zijn, maar ook omdat ik vond dat ik na 24 jaar wel voor mezelf zou moeten kunnen zorgen. Sinds mijn verhuizing op 23 mei 1998 ging het steeds beter met me. Niet alleen omdat ik nu alle vrijheid had om uit te gaan met wie ik wilde en waar ik wilde, maar ook omdat ik niet langer allerlei smoezen hoefde te verzinnen als iemand belde, schreef, langskwam of wat ook. Het heeft een heel stuk psychische rust gegeven. Mijn sociaal leven kwam zo in de lift en ik ben erg blij dat ik een hele leuke vriendenkring heb gekregen. Voornamelijk ook dankzij contacten van de chat.
De grote ommezwaai kwam toen ik in die nieuwe situatie weer een serieus vriendje kreeg. We leerden elkaar in februari 1999 kennen en na een paar weken heb ik het mijn ouders ook verteld. Zij vonden het nog steeds erg moeilijk allemaal en de eerste keren dat hij bij mijn ouders was, kon je merken dat iedereen moest wennen aan elkaar. Nu, november 1999, gaat alles al veel beter. Er zijn concrete plannen om te gaan samenwonen en dat hebben mijn ouders nu ook geaccepteerd. Met kerstmis zullen we samen aan het kerstmaal zitten, in aanwezigheid van familie en vrienden. Zo zie je maar, ook in mijn geval is alles nog goed gekomen. Ook al zag het er aanvankelijk erg somber uit. Er is dus maar een goede raad voor iedereen die met deze gevoelens zit: kom er eerlijk voor uit, heb lef en doorzettingsvermogen en bijt door de zure appel heen!
John